Veelgestelde vragen voor werkgevers

De Vakroute is een opleiding in het vmbo, waarbij veel wordt samengewerkt met het mbo en de arbeidsmarkt. Door het hele land zijn er Vakcolleges die de Vakroute aanbieden. De Vakroute kenmerkt zich door veel praktijklessen, gastlessen en stages, zodat praktisch ingestelde jongeren gemotiveerd een vak kunnen leren. Er is een Vakroute Techniek en een Vakroute Mens & Dienstverlenen. Deze routes leiden jongeren op tot vakmensen waar de arbeidsmarkt om staat te springen.
Een Vakcollege is een vmbo-instelling die de Vakroute aanbiedt. Er zijn Vakcolleges verspreid over heel Nederland. Mbo-instellingen worden intensief betrokken bij de Vakroute en werken veel samen met Vakcolleges, maar noemen zich geen Vakcollege.
De Landelijke Vereniging van Vakcolleges is de organisatie achter de Vakroute. De Landelijke Vereniging van Vakcolleges ondersteunt, adviseert en faciliteert scholen die de Vakroute aanbieden.
De Vakroute is gericht op jongeren met vmbo-advies, die graag leren door te doen en graag iets met techniek of iets met mensen willen doen. Jongeren met een praktische leerstijl, die graag actief bezig zijn.
Duizenden jongeren in Nederland zijn de afgelopen jaren opgeleid voor banen die er niet zijn, terwijl bedrijven in (bijvoorbeeld) de technische sector moeilijk aan goed geschoolde arbeidskrachten kunnen komen. De Vakroute is een opleiding, die vanaf het vmbo al gericht is op relevante beroepen. In nauwe samenwerking met werkgevers in een regio, wordt het onderwijsaanbod bepaald. Wanneer in een regio bijvoorbeeld veel vraag naar arbeidskrachten in de procestechniek is, zal het Vakcollege in de betreffende regio daar het accent op leggen.
Nee, de Vakroute is geschikt voor zowel BOL- als BBL-leerlingen.
De Vakroute kenmerkt zich door de samenwerking tussen vmbo, mbo en werkgevers. Hierdoor is er voor de leerling geen onderscheid merkbaar tussen onderbouw – bovenbouw vmbo en naar het mbo toe. Werkgevers zijn de gehele 6 jaar bij de opleiding betrokken. In leerjaar 1 en 2 door gastlessen en bedrijfsbezoeken te organiseren, in leerjaar 3 en 4 door stageplekken beschikbaar te stellen om in leerjaar 5 en 6 de leerlingen een leerwerkplek te bieden. Vanzelfsprekend is het niet mogelijk om de leerlingen in leerjaar 1 hetzelfde docententeam te bieden als in leerjaar 6. Bovendien is het de vraag of dat wel bevorderlijk is voor de ontwikkeling van de leerling.